Ben jij een beginnende muzikant of misschien al een wat meer gevorderde? Wil je alles weten over de kwintencirkel en waarom deze tool ideaal is voor elke muzikant? Dan ben je hier aan het goede adres! In deze blog vertellen we je alles over deze handige en praktische tool! De 'circle of fifths' zoals de kwintencirkel ook wel genoemd wordt brengt een wereld aan mogelijkheden met zich mee.
Wat is een kwintencirkel?
Wanneer je een passie voor muziek hebt kan je als beginnende muzikant nog wel eens tegen wat dingetjes aanlopen. Hoe kan je dat oplossen? En hoe ga je daarmee om? De kwintencirkel is hierbij een heel handig hulpmiddel. De kwintencirkel laat op visuele wijze de connecties tussen de twaalf tonen van de chromatische toonladder zien. Dit is een techniek waar muzikanten al eeuwenlang een beroep op doen wanneer ze wat hulp nodig hebben bij muziek maken. Doordat de cirkel bestaat uit een opeenvolging van vijfdes, ook wel 'fifths' genoemd, kan de kwintencirkel jou de hulp bieden die je nodig hebt. Deze vijfdes worden ook wel kwint genoemd in de klassieke muziek. Vandaar de naam kwintencirkel. Hier even een voorbeeld: wanneer je de C speelt zal de kwint of fifth de G toon zijn. De kwint of fifth van de G is de D en zo ga je verder op de toonladder.
Waarvoor kan je de kwintencirkel gebruiken?
De kwintencirkel laat je zien dat alle muzieknoten, akkoorden en toonsoorten met elkaar in verbinding staan en op welke manier. Je kunt de cirkel dan ook voor veel doeleinden gebruiken. Zelfs als je de basiskennis van muziektheorie (nog niet) weet, help de kwintencirkel je op weg. Met de kwintencirkel kun je muzieknummers beter begrijpen, maar ook kan je je eigen tunes creëren en nog zoveel meer! Daarom is deze tool dan ook de meest ideale tool voor de muzikant. Omdat je er zo enorm veel mee kunt! Hieronder gaan we dieper in het onderwerp van wat je daadwerkelijk allemaal met de kwintencirkel kunt doen.
1. Welke mineur en majeur toonladders horen bij elkaar
Door gebruik te maken van de kwintencirkel kan je vrijwel direct zien welke majeur en mineur toonladders bij elkaar horen. In de kwintencirkel zie je twee cirkels. Een daarvan is de majeur en de andere is mineur. De binnenste cirkel is de mineur en de buitenste cirkel de majeur. Welke tonen horen dan bij elkaar? Vraag je je misschien af. Als voorbeeld: de C majeur en de A mineur families staan bij elkaar, wat betekent dat deze bij elkaar horen. Deze hebben dan ook dezelfde tonen. Ook de G majeur familie deelt alle tonen samen met de E mineur. Hieronder zie je een afbeelding van een kwintencirkel met alle mineur en majeur tonen. De toon families die bij elkaar staan hebben dezelfde tonen en horen bij elkaar.
2. De tonen van majeur en mineur in de toonladder vinden
In samenwerking met de kwintencirkel vind je snel alle tonen van majeur en mineur in de toonladder. Een belangrijk element is hierbij dat je goed ontdekt wat de grondtoon is. Wanneer je alle tonen van een specifieke toon familie wilt vinden dan ga je altijd één toon terug. Als je bijvoorbeeld de C gebruikt, dan ga je één stap terug naar de F. Wanneer je nu naar rechts beweegt vind je alle zeven tonen van de majeur ladder. Als voorbeeld:
- C majeur - F, C, G, D, A, E, B
- F majeur - B♭, F, C, G, D, A, E
- B♭ majeur - E♭, B♭, F, C, G, D, A
Wanneer je deze tonen bij elkaar hebt gezocht weet je ook meteen welke mineur tonen bij deze families horen. De A, D en G mineur. A mineur gebruikt dezelfde tonen als C majeur, D mineur gebruikt dezelfde tonen als F majeur en G mineur dezelfde als B♭ majeur.
3. Veel gebruikte akkoorden
Wil je weten welke akkoorden het meest gebruikt worden in dezelfde toonaard? Ook dat kan je uitvogelen door gebruik te maken van de kwintencirkel. Als je de bovenstaande afbeelding bekijkt zal je zien dat er binnen de cirkel ook cijfers worden aangegeven. Dit zijn akkoorden. De akkoorden 1, 4 en 5 zijn altijd majeur akkoorden. Daarnaast zijn de cijfers 2, 3 en 6 mineur akkoorden. Door gebruik te maken van de kwintencirkel kan je zo heel snel de toonaard aflezen. De zes akkoorden kan je geheel naar eigen wens verschuiven naar de grondtoon zodat je direct de toonaard te vinden. Wanneer je gebruik maakt van een mineur familie geldt in principe hetzelfde alleen net iets anders. Er zijn dan ook cirkels waarbij cijfers staan aangeduid in bij zowel de majeur als de mineur cirkel. Bij een mineur familie zijn dan de cijfers 1, 4 en 5 altijd mineur en de cijfers 3, 6 en 7 majeur. Ook bij de gebruik van de mineur cirkel is de cirkel eenvoudig te transponeren naar een andere grondtoon door de kwintencirkel te draaien naar de gewenste grondtoon.
Back to basics
We gaan heel eventjes terug naar de basis. Als je op zoek bent naar de bijbehorende akkoorden die passen bij een familie van majeur of mineur zijn er altijd zeven tonen. Het is altijd een groot verschil tussen akkoorden in majeur of mineur vanwege de volgorde van de akkoorden. In majeur is het zevende akkoord een verminderd akkoord. In mineur is het tweede akkoord een verminderd akkoord (diminished in het Engels). Wil je de verminderde akkoorden vinden in de kwintencirkel? Kies dan een toonaard en schuif dan twee tonen naar rechts. Hier vind je het diminished akkoord. Even een voorbeeld voor de duidelijkheid: wanneer we vertrekken vanaf de C of de A in mineur, komen we uit bij de toon B. Deze wordt dus het verminderde akkoord. Ook wel als Bdim of B° geschreven. In A of F# majeur is dat de G# (G#dim of G° ). Omdat diminished ofwel verminderde akkoorden vaak niet zo stabiel klinken worden deze niet erg vaak toegepast in muziekspel.
Hoeveel kruisen en mollen heb je nodig?
De kwintencirkel kan je op twee manieren gebruiken. Als eerste door het aantal kruisen en mollen binnen een toon familie af te lezen. Als tweede vertelt de kwintencirkel je ook welke tonen kruisen en mollen binnen de toon familie hebben. Om het aantal kruisen binnen een toon familie te vinden pak je de kwintencirkel erbij en vertrek je vanaf een 12 uur positie. Hier vind je de C majeur. Binnen de majeur families C en A bevinden zich geen kruisen of mollen. Wanneer je echter naar rechts schuift komt er steeds een kruis bij. Hierdoor weet je dat bijvoorbeeld de G majeur één kruis in de toon familie heeft, de familie D twee, en zo ga je verder. Om het aantal mollen in de toon familie te vinden doe je in principe hetzelfde, alleen nu schuif je naar links. Ook hier komt er steeds één mol bij. Wanneer je dus wilt weten welke tonen en akkoorden mollen of kruisen hebben kan je dit op deze manier gemakkelijk terug vinden op de kwintencirkel. Om te kijken hoeveel kruisen een toonsoort heeft begin je altijd bij F en ga je vervolgens naar rechts. Goed om te onthouden: iedere toon familie die een kruis heeft is minimaal F#. Voor de mollen begin je altijd bij de B♭ en ga je naar links. Een toon familie met mollen heeft minimaal B♭. Heb je het allemaal een beetje door? Dan heb je vast zin om aan de slag te gaan! Onthoud altijd: veel oefenen en dan kom je er zeker!
Secundaire dominanten
Waarschijnlijk klinkt een secundair dominant akkoord je heel ingewikkeld in de oren, maar dat valt hartstikke mee. Wanneer je een kwintencirkel gebruikt is het vrij gemakkelijk om secundaire dominanten te gebruiken. Met secundaire dominanten kan je je akkoordenprogressies een stuk interessanter maken en een mooi eigen geluid geven. Om dit alles te kunnen verwezenlijken is het belangrijk om te weten wat een V akkoord is. Een V akkoord is een dominant akkoord. Na het eerste akkoord, de tonica is het V akkoord het belangrijkste akkoord welke grote impact heeft op ons gehoor. Wanneer we gebruik maken van het V akkoord stuurt ons gehoor ons eigenlijk terug naar het I akkoord. Daarom is het V akkoord dominant. Wanneer je bijvoorbeeld een akkoordenprogressie speelt van I-V-IV-I binnen de G majeur tonen, dan speel je akkoorden G-D-C-G. Hierbij is de D het vijfde akkoord waardoor deze het dominante akkoord is. De G is de tonica. Nu gaan we op zoek naar het secundair dominant akkoord. Het gewone dominant akkoord staat altijd op de vijfde positie en maakt deel uit van een toon familie. Het secundaire dominant akkoord daarentegen maakt geen deel uit van een toon familie. Hierdoor kan deze vanuit iedere positie gevormd worden. De regels van het gebruik van secundair dominant akkoorden:
- Omdat het secundair dominant akkoord niet tot een toon familie behoort kan je vanuit iedere positie beginnen, maar er is een uitzondering. Vanuit een diminished akkoord ofwel een verminderd akkoord kan je niet beginnen omdat deze te onstabiel is.
- In principe kan je gebruik maken van het 7 akkoord, maar is niet perse nodig.
- Het secundair dominant akkoord kan je spelen met verschillende akkoorden.
- Het secundair dominant akkoord is vrijwel altijd een majeur op enkele uitzonderingen na.
Akkoorden lenen
Nog een fijne toepassing wanneer je gebruik maakt van de circle of fifths, akkoorden kun je 'lenen'. Door akkoorden bij wijze van te lenen kan je meer kleur creëren aan je progressies. Dit maakt je progressies niet alleen aangenamer om aan te horen, maar ook zeker een stuk meer excentriek! Er bestaan meerdere akkoorden die we zogenaamd kunnen lenen vanuit verschillende muziek families in zowel majeur als mineur. Je leent vaak akkoorden vanuit een gelijknamige muziek familie als waar je in speelt. Deze gelijknamige muziek families hebben dezelfde grondtoon. Zoals bijvoorbeeld G majeur en G mineur. Deze toon families hebben beiden de G als grondtoon.